de Volkskrant, dinsdag 16 juli 2002
Ik word genoemd
‘Alleen ja als nare kanten wijzigen’
In Den Haag circuleren namen van kandidaten voor het nieuwe kabinet. Vandaag prof. dr. David Pinto.
WEL zeker was David Pinto een vriend van Pim Fortuyn. Zegt hij zelf. Berichten in de pers over het tegendeel ten spijt: ‘Pim was een beetje boos op mij, inderdaad, omdat ik me destijds als lijsttrekker opwierp voor Leefbaar Nederland. Ik werd uiteindelijk tweede. Toen schreef ik Pim een mooie brief en hebben we alles uitgepraat. Zo ging het.’
Pinto is gevraagd als minister Integratie en Vreemdelingenbeleid door de Lijst Pim Fortuyn.
Dat wil hij bevestigen. En hij denkt er diep over na. Want lastig is het: ‘Ik zeg alleen ja als de kwetsende en nare kanten van het strategisch regeerakkoord wat wijzigen.’
Prof. dr. David Pinto, geboren als joodse Marokkaan in het plaatsje Midelt, zoon van een schoenmaker. Emigreerde begin jaren zestig naar Israël, kwam vier jaar later in Nederland terecht. Is bijzonder hoogleraar interculturele communicatie in Amsterdam en Israel. Drijft zijn eigen commerciële Inter Cultureel Instituut. Lid geweest van veel partijen: Leefbaar
Nederland, PvdA, D66, VVD. Voor die laatste was hij ‘adviseur minderheden’ van de toenmalige partijleider Frits Bolkestein – bekend van de voor zijn tijd harde stellingname omtrent allochtonen.
Pinto verlaat de VVD in 1998 vanwege de geharnaste standpunten van Kamerlid Kamp over asielzoekers. Kamp komt nu waarschijnlijk in het nieuwe kabinet, zij het op een heel andere post, maar zijn standpunten zijn grotendeels terug te vinden in het strategisch akkoord van de regeringspartijen. Een bijzonder streng akkoord ten aanzien van asiel en integratie.
De vraag is dus of Pinto daarmee leven kan. In zijn korte Leefbaar Nederland-tijd zette hij zich ook al af tegen het sluiten van de poorten voor asielzoekers. Maar dan nog, zegt Pinto, ligt de tekst van bet akkoord hem prima als de scherpste kanten worden afgeslepen. Hijzelf was nooit zachtaardig in integratiezaken. Maakte school met zijn opmerking dat allochtonen niet moeten worden ‘doodgeknuffeld’ (1988). Want allochtonen, zei hij toen al, zijn niet zielig en
kunnen best zonder stichtingen en organisaties.
Dat waardeerde Pim in David, zegt Pinto. Die nuchterheid ‘Ik ken Pim heel lang. In 1992 nog heb ik hem gecoacht in de omgang met media. Een jaar later was hij erbij toen ik promoveerde.
‘Ik denk wel dat ik op participerende wijze kan bijdragen aan het komende kabinet. Ik ben rationeel en zakelijk, dat past bij de LPF. Maar ze moeten geen dingen van me eisen die ik niet kan verkopen. Ik ben er nog niet uit.’
Haast is geboden: vandaag zal de Lijst Pim Fortuyn knopen doorhakken. Moeilijk. ‘In Marokko’, liet Pinto zich een keer ontvallen, ‘is de droom van ieder jongetje om minister te worden.’
Toine Heijmans